Loslaten word mijn nieuwe houvast

Elk trauma, groot of klein, eenvoudig of meervoudig, leveren onprettige gevoelens op.

Gevoelens die hevig kunnen zijn in de ervaring. Een heftige angst of groot verdriet. Het zijn gevoelens die dermate intens kunnen zijn dat we ze liever niet voelen. Deze gevoelens ontstaan door het meemaken van een onprettige situatie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan emotionele gebeurtenissen in het werk: ruzie met collega of het verlies van een patiënt. Of buiten het werk: door een ongeval in het verkeer of verlies van een dierbare. Deze enkelvoudige trauma’s leiden tot een reactie van ons centrale zenuwstelsel om om te kunnen gaan met wat er op dat moment gebeurt.

Ons centrale zenuwstelsel komt in feite in actie door wat onze zintuigen waarnemen: een sabeltandtijger!

Deze blog gaat over hoe rouw om een dierbare of bij een trauma, zich in ons lichaam opstelt en hoe jij daar bij kan helpen.

De sabeltandtijger is weliswaar al lang uitgestorven. Toch weet ons lichaam hetzelfde te reageren op elk gevaar voor onze overleving: door te vechten of vluchten. En in sommige gevallen te bevriezen. Het is een geprogrammeerde reactie die wordt geactiveerd zodra onze zintuigen iets zien, horen, voelen, ruiken of proeven wat als gevaarlijk kan worden beschouwd. Wanneer we een onprettige geur ruiken, stappen we weg. Wanneer we een grote spin zien, deinzen we achteruit. Wanneer we door een ander pijn gedaan worden, strijden we terug of proberen we zo snel mogelijk weg te komen. Het zijn gezonde reacties van ons centrale zenuwstelsel om voor jouw overleving te zorgen.

Deze gebeurtenissen gaan gepaard met negatieve gevoelens. Gevoelens die geassocieerd kunnen raken met wat er heeft voorgevallen. Je kunt een angst behouden voor auto-rijden, wanneer je een auto-ongeval bij slecht weer hebt meegemaakt. Jouw centrale zenuwstelsel heeft het een en ander opgeslagen over het ongeluk, wat nu als associatie in jouw brein ligt opgeslagen. Zodra een van die opgeslagen herinneringen wordt getriggerd, geeft jouw lichaam een sein voor gevaar af door jou angst, boosheid of verdriet te laten ervaren. Voor jou de cue om op te letten! Wel zo handig. In het voorbeeld van het auto-ongeval: Als het hard regent kies je door de angst om toch de weg maar te vermijden.

Niet zo handig is het als het je gaat belemmeren in jouw functioneren of jou je kwaliteit van leven negatief gaat beïnvloeden. Interessant is om dan bewust te zijn van je associaties. Is het handig om angstig te blijven bij het zien van regen?

Even terug naar de emotie. Het voelen van angst, verdriet, boosheid, schaamte of schuld, willen we doorgaans niet voelen. Zeker niet als deze ook nog eens intens is. Je kunt je wellicht voorstellen dat verdriet bij het niet worden aangenomen voor die ene leuke baan, een ander intensiviteit heeft dan het verdriet bij het overlijden van jouw vader, moeder, kind of partner. Of weer heel anders dan het verdriet bij langdurige seksueel misbruik, wat door de duur ervan een meervoudig trauma is. In alle gevallen gaat het om rouw. Rouw om wat je verloren hebt: een baan, een dierbare of jouw veiligheid, en wat emotioneel leed kan veroorzaken (Abi-Hashem & Div, 2017).

Bij het doordringen van het verlies reageert ons lichaam afwijzend. Het wegvallen van belangrijk doel (die baan), een belangrijk persoon of jouw eigenwaarde (door langdurig gebrek aan veiligheid), zijn niet gunstig voor jouw overleving. Het zorgt dat er twijfel ontstaat of er een constante ‘sabeltandtijger’ wordt gesignaleerd en maakt je bewust van je sterfelijkheid (Kübler-Ross & Kessler, 2006). Afhankelijk van hoe goed je geleerd hebt om emoties toe te laten, ga je acteren op dit gevaar (Machin, 2014). Binnen mijn counselinggesprekken kom ik doorgaans mensen tegen die door hun vorming vanuit opvoeding, school en maatschappij (de generaties voor 1986) hebben geleerd hier vooral snel overheen te stappen. Ook weten we uit de wetenschap (Casell, 1992; Casell, 2004; Egnew, 2007; Verhofstadt, Thienpont & Ygram Pters, 2017) dat ervaren leed ondraaglijk kan zijn of minder eenvoudig te verwerken door de mate van veilige hechting (Bowlby,1969; Machin, 2014). We vermijden het leed door in eerste instantie te ontkennen dat het is gebeurd (Friedman & James, 2008). ‘’Weet je zeker dat het om mijn Hans gaat? Dat kan niet zijn, ik geloof het niet. Ik heb hem vanmorgen nog gezien’’ of het voorbeeld dat ik de cliënt mag vertellen dat die nare gebeurtenis toch echt verkrachting heet. Het zenuwstelsel heeft dan gekozen voor een vluchtstand of bevriezingsstand.

Wanneer het niet meer ontkend kan worden, komt er ruimte voor het aanvaarden van wat je is overkomen (Friedman & James, 2008; Kübler-Ross & Kessler, 2006; Bolden, 2007). Dit gaat gepaard met het ervaren van intense emoties en in sommige gevallen een boosheid tegen de wereld en tegen zichzelf. De intensiteit van deze emoties zorgen voor onduidelijkheid en verlies van controle (Machin, 2014). Waardoor het stellen van doelen, in de hoop zich weer beter te voelen, prioriteit kan krijgen. Het kan zijn dat iemand hieruit prestatiedrang ontwikkelt, te hard gaat werken, anderen tevreden wil houden (pleasen) of te veel sociale verplichtingen voor zichzelf blijft organiseren. Het is een poging om een ander persoon te zijn, een die veel positieve emoties voelt. In de hoop dat alles weer goed komt (Barone & Ivy, 2004). Deze fase is voor psychologen, althans voor mij, het interessantst. Het is aan mij om de ander bewust te maken van de norm die ze zichzelf hebben gesteld en hoe belangrijk het is om de oude norm niet meer voor herstel te zien. Wie dat wel doet, belandt hoogstwaarschijnlijk in een tweede overspannenheid, burn-out of depressie.

Deze fase van verwerking gaat gepaard met gevoel van machteloosheid en onzekerheid. Het is de kunst om die juist te ervaren, de eigen emoties te accepteren, de pijn van het verlies te doorvoelen, steun te vinden in je omgeving en in sommige gevallen professionele hulp te zoeken (Wolden, 2008). Het vinden van en je laten supporteren voor afleiding, dingen doen die je energie geven en verbinding te blijven zoeken, zijn de beloningsactiviteiten gedurende dit proces. Het helpt om mild te zijn naar jezelf en te voorkomen dat je weer gaat marchanderen, ofwel doelen stelt in de hoop de negatieve gevoelens te kunnen verstoppen.

Als praten met de omgeving als spannend wordt ervaren, kan het uitschrijven ervan een manier zijn om pijn te doorvoelen. ‘’Schrijven beklijft’’ is niet voor niets een uiting van hoe informatie in je brein kan worden opgeslagen. Het is een manier om te accepteren dat wat je is overkomen, je ook echt is overkomen. Deze fase van aanvaarding is een pittige fase, maar ook een uiterst belangrijke fase om te gaan loslaten. Loslaten door te accepteren wat je is overkomen, dat je veilig bent in het hier en nu. Dat je littekens hebt van het gevecht met die ‘sabeltandtijger’, maar er ruimte ontstaat om weer te gaan doen waar je waarde aan hecht. Dat kan resulteren in andere werkzaamheden, andere hobby’s, andere vrienden, in ieder geval het maken van bewuste keuzes die jou kwaliteit van leven geven.

Van overleven naar kwaliteit van leven, wordt zo jouw nieuwe houvast.

Professionele ondersteuning bij rouw- en traumaverwerking, het leren aanvaarden en vinden van betekenis is een focus in de begeleiding. Ik ondersteun in het creëren van een veilige omgeving om emoties te accepteren, pijn te gaan doorvoelen, steun in de omgeving te organiseren en mild te gaan zijn naar zichzelf, om de weg vrij te maken voor het (her)vinden van waarden hoe men wil leven. In sommige gevallen wordt EMDR toegepast, om hevige spanning uit het centrale zenuwstelsel te minderen om de fases voor verwerking mogelijk te maken.

 

Bronvermelding

Abi-Hashem, N. & Div, M. (2017). Grief, Bereavement, and Traumatic Stress as Natural Results of Reproductive Losses. Issues in Law & Medicine, 32, 245-254.

Barone, J.E. & Ivy, M.E. (2004). Resident Work Hours: The Five Stages of Grief. Academic Medicine, 79, 379-380. https://doi.org/10.1097/00001888-200405000-00002

Bolden, L.A. (2007). A Review of On Grief and Grieving: Finding the Meaning of Grief Through the Five Stages of Loss. Counseling and values, 51, 235-237.

Bowlby, J. (1969). Attachment and loss. Vol 1: Attachment. New York: Basic Books

Cassell, E. J. (1992). Being and Becoming Dead. Illness, Crisis & Loss, 2(1), 19–24. https://doi.org/10.2190/il2.1.e

Cassell, E. J. (2004). The Nature of Suffering and the Goals of Medicine. https://doi.org/10.1093/acprof:oso/9780195156164.001.0001

Egnew, T. R. (2009). Suffering, Meaning, and Healing: Challenges of Contemporary Medicine. Annals Of Family Medicine, 7(2), 170–175. https://doi.org/10.1370/afm.943

Friedman, R. L., & James, J. W. (2008). The myth of the stages of dying, death and grief. Skeptic (Altadena, CA), 14(2), 37–42. http://go.galegroup.com/ps/anonymous?id=GALE%7CA182976246&p=AONE

Machin, L. (2014). Working with Loss and Grief. A Theoretical and Practical Approach. Londen: SAGE. https://doi.org/10.4135/9781526435644

Kübler-Ross, E. & Kessler, D. (2006). Over Rouw. De zin van de vijf stadia van rouwverwerking. Amsterdam: Ambo

Verhofstadt, M., Thienpont, L., & Peters, G. (2017). When unbearable suffering incites psychiatric patients to request euthanasia: qualitative study. The British Journal Of Psychiatry, 211(4), 238–245. https://doi.org/10.1192/bjp.bp.117.199331

Worden, J.W. (2008). Grief Counseling and Grief Therapy. A Handbook for the Mental Health Practitioner. 4th edition. New York: Springer Publishing Company